Datum: | 16 op 17 juni 2012 | |||
Naam: | De Nacht van Gulpen | |||
Organisator: | wsv De Veldlopers | |||
Plaats: | Gulpen e.o. | |||
Aantal km’s: | 70 | |||
Duur ±: | max 17 uur | |||
Google Earth | Garmin-file | GPX-file | Foto’s |
Na een trainingsstage tijdens de avondvierdaagse in Goirle, waarbij een heuse afstand van 4x 5 km werd weggewerkt in gezelschap van de kleinkinderen, eindelijk begonnen met (zoals inmiddels wel bekend van mij) de mooiste wandeltocht. Enig chauvinisme mag men mij gerust toedichten; ik word daar echter niet koud of warm van. Ruim voor het startschot ben ik al in Gulpen en parkeer de auto bij het Sophianum, een scholengemeenschap dat dit weekend tweemaal dienst doet als grote binnenrust. Zo hoef ik niet te sjouwen met mijn tas en heb ik ruim voldoende spullen bij de hand.
Het aanmelden liep toch iets anders dan normaal. Bij het ophalen van de startkaart e.d. bij de tafel van de voorinschrijvingen, was mijn startkaart niet aanwezig. Hhmmm, ik heb me toch al in maart ingeschreven! Dan maar naar de tafel van de penningmeester. Na lang zoeken en een telefoontje naar huis: WEL ingeschreven, NIET betaald! Wel een beetje dom Bernard! Enfin, in plaats van de € 15,00 van de voorinschrijving, nu € 20,00 neergeteld.
En zo begint om 22.30 uur de proloog richting de Markt, waar enkele bobo’s hun zegje doen, het Limburgs Volkslied uit volle borst wordt meegezongen en om klokslag 23.00 uur het startschot wordt gegeven voor de 36e Nacht van Gulpen. De weersvooruitzichten zien er goed uit. De internationale noot voor deze Nacht werd kort voor de start geschrapt, omdat de Duitse politie verstek liet gaan. Ik weet niet of ik daar nu rouwig om moet zijn. Een groot deel van de tocht zou dan door de voorsteden van Aken gaan en dat lijkt mij niet een onverdeeld succes voor tocht als deze. Helaas, we zullen het dit jaar niet weten.
In de nieuwe lus doemt al snel de bekende brandweerladderwagen met kerstboomverlichting op, bovenop de top van een van de ‘bergen van Limburg’. Ze zullen dit jaar nog zo’n vier keer ‘acte de presence’ geven, waarbij ook dit jaar weer hetzelfde nummer keihard uit de speakerboxen schalt.
De nacht is droog en donker. Zo lang we in de dalen en bossen wandelen is het prachtig wandelweer, maar boven op het plateau waait een gure wind, zodat ik geregeld mijn jasje aantrek om geen kou op te lopen. Met als achtergrond een mooie bosrand vertoont de bekende – maar voor mij naamloze vuurspuwer – weer zijn kunsten. Een prachtig gezicht, die vuurbal en al dat licht tegen het bosranddecor. Nieuw dit jaar was een duo, spelend op gitaar en mondharmonica. Met heerlijke bluesmuziek brachten ze de wandelaars enig vertier, zowel langs de route als op de grote buitenrust.
De verzorging was weer uit de kunst. Voorgesneden sinasappels in een plastic zakje, bananen, broodjes kaas of vlees en dranken in vele variëteiten, aangeboden aan lange rijen tafels. En alles op o.m. grote parkeerplaatsen die voor deze rust speciaal waren verlicht, EHBO-tent en een ruime hoeveelheid dixies. Dit jaar was mijn wachttijd op deze eerste grote rust erg lang. Óf ik had (te) snel gelopen, óf de planning van de organisatie vertoonde een kreukel. In voorgaande jaren had ik na aankomst meestal maar zo’n 15 minuten rust, vannacht heb ik wel 40 minuten rust genoten. Pure luxe. Maar onder de tonen van het bluesduo, geen probleem.
Bij het aanbreken van de dag komt voor de eerste keer de Gulpenerberg in zicht. Op het eind van de dag zal hij nog een keer genomen moeten worden. Boven aangekomen krijg je een adembenemend uitzicht over het Limburgs landschap met op de voorgrond Gulpen, het Sophianum en de pyramide van het zwembad. De opkomst van de zon geeft een bijzonder gevoel. Via de Koning van Spanje wordt de grote rust bereikt. Ook hier kan ik zo’n 35 minuten rust houden, die worden gebruikt om wat te eten en drinken, watervoorraad op peil brengen,een ander vloeistofpeil terugbrengen tot nul en sokken wisselen. Ik ben net klaar als het fluitje klinkt voor nog drie minuten rust, daarna gaat het hele peloton weer op pad.
Iets over het gevreesde ‘bloklopen’. Ook dit jaar heb ik weer de geneugten van de achterhoede mogen beleven. Veel zicht op de weg voor me, de bezemwagen vlak achter me, veel ruimte om in mijn eigen tempo te lopen, vaak onderbroken om een foto te maken. Op het eind zelfs ACHTER de bezemwagen! Daarover straks meer.
Waarom dat bloklopen? Zeker in de nacht maar ook overdag, worden de wegen waar wordt gelopen helemaal afgesloten. Meestal eenvoudige wegen, maar ook soms rijkswegen. Door een motorenteam, onze ‘guardian angels’ – niet te verwarren met die andere groep angels -, worden alle zijwegen ‘gnadenlos’ afgezet en bewaakt. Zelfs lijndienstbussen heb ik in de files zien staan. En om deze blokkade van wegen niet te lang te laten duren, probeert men het wandelpeloton zo compact mogelijk over de wegen te loodsen. Gelukkig is men hier niet al te streng (Misschien een leermoment voor de organisatie van de ZtotZ-tocht) en heb ik nog steeds elk jaar probleemloos de tocht kunnen volbrengen. En ook dit jaar dus weer het geluid van een brommende ziekenauto achter me.
In Noorbeek worden de straten gereedgemaakt voor de komende sacramentsprocessie. Het is tenslotte ‘broonk’. In het volgende hogergelegen dorp Mheer, is de laatste grote buitenrust. De zon schijnt inmiddels volop en het is er goed toeven. Zo’n 25 minuten wordt hier gerust, voordat het hele gezelschap op weg gaat naar de laatste binnenrust in het Sophianum. Hier zie ik ook een jonge dame die de bekende Nijmeegse 4Daagseveters van Sunny aan de man probeert te brengen. Helaas heb ik de verkoopcijfers niet gezien, maar het zal haar zeker wel gelukt zijn.
In Banholt, terwijl ik zojuist een foto heb gemaakt van het wandelpeloton, zal en moet ik van een bewoner zelf ook op de foto. Zo kan het dus gebeuren dat ondergetekende zelf – niet eens zo onvoordelig (pfffffff.. snoever) – ook in de fotoserie staat. Tijdens de Nacht heb je zelfs heel weinig last van wielrenners. Ook deze worden zonder pardon van het parcours geweerd en worden de wandelaars door de wielrenners getrakteerd op een vriendelijk en waarderingsvol applaus. En zo wordt voor de tweede maal om 11.00 uur het Sophianum bereikt.
Ook nu weer hetzelfde ritueel als bij de eerste rust met daarbij het wisselen van onderhemd en T-shirt. Wetend dat er nog 10 km voor de boeg liggen heb ik – als ik om 12.00 uur vertrek voor de laatste ronde – drie uur voor die 10 km. Dat moet ruim voldoende zijn, dus neem ik het ervan en geniet liggend in de zon van alle drukte om me heen. Richting het middaguur wordt het steeds rustiger en nadat ik diverse (nieuwe) lopers in de juiste richting kan sturen, ga ik uiteindelijk om 12.03 uur zelf op pad.
Nog wat stijfjes maar wie doet me wat; de zon schijnt, het is droog en ik voel me goed. Voor mij zie ik geregeld wandelaars, maar die verlaten her en der de wandelroute; helaas, geen deelnemers. Zo beklim ik eenzaam de behoorlijke steile helling naar Crapoel waar de op twee na laatste verzorgingspost is. Boven aangekomen is de post al bijna ingeladen. Verbaast kijkt men op en vraagt of ik meeloop in de Nacht van Gulpen. Na een positief antwoord; “Heb je dan geen bezemwagen gezien?” “Neen, ik heb die niet gezien en hij heeft mij ook niet gepasseerd.”
Ietwat beteuterd maar vriendelijk werd mij nog drank en eten aangeboden. De laatste wandelaars waren dus al lang voorbij, met de bezemwagen in hun kielzog. Gezien mijn planning mocht dat alles geen probleem zijn en zo begon dus mijn achtervolging op de bezemwagen. Na 3 km stevig doorstappen via het golfterrein, Bissen en Dal, waar de post ook al bijna was opgeruimd, werd uiteindelijk de bezemwagen geklopt in Overgeul. Het misverstand zat in het feit, dat men de laatste lopers uit het Sophianum in het vizier had gehouden, maar geen rekening hield met lopers die op de parkeerplaats hun rust genoten.
Het laatste stuk werd afgelegd met de jongeman die er zowat doorzat. In de nacht had ik al even met hem opgelopen. Hij was met een groepje begonnen aan deze tocht ter voorbereiding voor een tocht naar de berg Ararat. Alleen, ….. zijn grootste wandeltocht was er een van zo’n 30 km vlak! De laatste km’s waren een lijdensweg voor hem. Dit was het ergste wat ie ooit had gedaan. Gelukkig liepen zijn vrienden zo’n 300 meter voor ons. Met wat opbeurende woorden en tips zijn we heelhuids aan de voet van de Gulpenerberg aangeland, waar we worden opgewacht door het hoofd van de marsleiding.
Gebruikelijk vergezelt hij de twee laatste lopers de berg op en naar de finish. Na een lekkere slok melk i.p.v. de bekende schrobbelaar nu op weg naar de eindstreep. Het idee om echt als laatste binnengehaald te worden met alle toeters en bellen, zag ik niet zitten. Boven aangekomen heb ik mijn jonge vriend achtergelaten bij de marsleiding en doorgestiefeld naar de vier overige groepsleden van de Ararat-expeditie. Niet vertellend wat ze te wachten stond, heb ik ze gevraagd om samen met hun maat over de finish te gaan. Gelukkig waren ze dat al van plan.
Zo ben ik met een gerust hart over de streep gekomen, verwelkomd met een heerlijk ijsje. Niet lang daarna kwam de Ararat-ploeg, begeleidt door alle motorbegeleiders, met muziek, toeters en bellen en applaus over de finish. Aan hun gezichten te zien een overweldigende beleving. Dat zal boven op de Ararat wel anders zijn.
Het was me het wandelingetje wel. Prima weer, mooie route, prima verzorging en een goed functionerend ‘loopwerk’. Gulpen e.o., van harte bedankt.
Lieve Bernard,
het is weer volop genieten van je verslag. en dat is niet alleen, omdat deze mars al zo lang op mijn verlanglijstje staat!
je schrijft hardstikke leuk, en mijn collega’s gaan straks tijdens de afdelingsvergadering weer meegenieten. Leuk dat er over de Ararat wordt gesproken (men denkt dat daar de Ark van Noach nog ligt) en ook het filmpje is hardstikke sfeervol.
Gefeliciteerd dat je ‘t ‘m weer hebt geflikt, want het blijft een hele prestatie, deze tocht! je zult toch zo’n opa hebben, die ook de avondvierdaagse met je meewandelt… 🙂
XXX,
Maike
Voy con Dios